Muzikale klokken
De belangrijkstre centra voor mechanische klokken en automaten waren rond 1600 Augsburg (D) en Londen (UK). In de 18e eeuw verschoof dit deels naar Zwitserland en Frankrijk. Vanaf 1766 beschreef de Franse Benediktijner monnik Dom Bédos de Celles (1709-1779) zeer gedetailleerd de orgelbouw (l'Art du Facteur d'Orgues). Daar hoorde natuurlijk ook de Serinette bij. Dit inspireerde veel speelklokken bouwers in heel Europa. De cilinders van deze klokken bevatten vaak composities van beroemde componisten, zoals : Händel, Carl Philipp Emanuel Bach, Haydn, Mozart en later ook Beethoven.
Beroemde muzikale uurwerkmakers tijdens de regering van de Habsburgse Keizer Rudolf II, rond 1600 waren : Hans Schlottheim, Samuel II Bidermann en Achilles Langenbucher. Hiernaast twee afbeeldingen van de klokkenwerkplaats van Stradanus 1605-1615. Hieronder twee foto's van muzikale werkstukken van Hans Schlottheim met korte omschrijving :
De Omgekeerde Wereld ca. 1590
In het centrum zit een aap met twee pauken (gevangenisbewaarder). Bij de uurslag wordt de automaat in werking gezet. De aap rolt met z’n ogen, draait z’n kop en slaat op de pauken. De figuren beginnen rond te draaien.
Dit speelwerk is geïnspireerd op een beschilderd huis in Wenen ‘Het Hazenhuis’ (1509-1749). Het pand werd in 1509 beschilderd in opdracht van Maximiliaan I (voorganger Rudolf) na de zelfmoord van eigenaar Johann Waldner. De façade was bedoeld om de schandalige roem van de voormalige keizerlijke ambtenaar (schatkistbewaarder) te vergoelijken en een onmiskenbaar stempel op het huis te drukken. In de 16e eeuw kon het volk nauwelijks lezen, dus werden verhalen in beelden verteld. Meestal waren het raadsels of een verhaal met een moraal. ‘Omgekeerde wereld’ schilderijen of prenten werden in die tijd populair en hadden een dubbelzinnige boodschap voor wijzen en voor dwazen en er kon om gelachen worden. Thema van het Hazenhuis en de klok was de Jacht. Hazen rekenden niet alleen met jagers en honden af, maar ook met natuurlijke vijanden zoals raven, uilen, wilde zwijnen en beren. Ze hielden rechtspraak, zetten vijanden gevangen en uiteindelijk werden slachtoffers aan het spit geregen. Ik zal je niet vervelen met de gruwelijke details.
Babylonische Toren dan wel Kugellaufuhr 1602-1603
Deze toren was een geschenk aan Rudolf II. Johannes Kepler was Rudolfs keizerlijke mathematicus en astronoom en kwam met ideeën voor deze klokkentoren. Hij was geïnspireerd door de Babylonische Mythologie. Zeven was een magisch getal. De maan (vader van de goden), de zon (zoon) en de destijds vijf planeten (Mercurius, Venus, Mars, Jupiter, Saturnus) hadden Godennamen en bestuurden het heelal. Met de aarde als middelpunt noemde men dit de zeven planeten. Kepler koppelde dit aan de toonladder en benoemde de kosmische orde als ‘voortdurend veelstemmige muziek’. Op de bovenste ring zie je de zeven Goden. Het bergkristal (Kugel) op de toren maakt in precies één minuut zestien omwentelingen, waarna Saturnus op een bel slaat. De stadsmuzikanten (pijpers) op het middelste balkon tillen twee keer per dag hun blaasinstrumenten op en het orgelwerk zorgt voor de melodie. De Sokkelnissen op de begane grond bevatten figuren van de zeven vrije kunsten. Dit waren toen Meetkunde, Rekenkunde, Logica, Grammatica (Jupiter), Muziek (Venus), Astronomie/Astrologie, en Retoriek.
Foto's © : Staatliche Kunstsammlungen Dresden. https://skd-online-collection.skd.museum/Home/Index?page=1&q=schlottheim
cilinderschijf met hendels voor beweging en muziek.
Voor andere bijzondere verhalen met veel achtergrond info abonneer je op ons Bulletin